Infanterie
Normandie 1944
De troepen van de Wehrmacht gelegerd in Normandiė juni 1944 hadden geen Tarnjacke tot hun beschikking. De Tarnjacken gingen veelal naar de fronteenheden in Rusland, Balkan enz. Dit was echter niet zo’n probleem voor de Wehrmacht. Men had immers de Zeltbahn tot zijn beschikking, die als men hem op een bepaalde manier dichtknoopte en omsloeg een perfecte Tarnbekleidung had. In Normandiė, bij Bocage kwam dit Tarnmuster perfect tot uiting. Het viel totaal niet op in het landschap.
De soldaat draagt een groen Drillich-Feldbluse dat vaak als zomer uniform gebruikt werd. Over de Drillich draagt de soldaat een Zeltbahn 31 die als een soort van poncho omgeslagen is. De broek is ook een Drillich type. Hij is bewapend met een MP 40, aan zijn koppel een Magazintasche voor de MP 40 magazijnen. Een Ledertasche voor de Doppelfernrohr 6×30 (welke om de hals hangt) verder een Stielhandgranate tussen de koppel.
De Stahlhelm betreft hier een typ 35 of 40 en heeft ijzerdraad eromheen gevlochten waar dan takken of ander soort camouflage tussen gestoken kan worden. Het ijzerdraad zit met twee haken vast (iedere kant een haak).
Goed te zien is hoe de uitrusting is vastgezet. Het Kochgeschirr heeft de zelfde Tarn als de Zeltbahn. Naast de Feldspaten hangt de Brotbeutel waaraan het Kochgeschirr en de Feldflasche hangen. De Gasmaskenbüchse hangt enkel over de linker schouder en daaraan een Gasplane.
De soldaat draagt zogenaamde Schnürstiefel met daarboven Stoffgamaschen; ook wel Timoschenkosocken genoemd.